Bij de restauratie van de Binnendieze en de aanleg van de terrassen en steigers bij het Herman Moerkerkplein bleek dat de grote ronde toren, onderdeel van de eerste stadsmuur, in een slechte staat verkeerde. Aan de buitenzijde kon door het zogenaamde 'inboeten' van nieuwe bakstenen het muurwerk redelijk worden hersteld. Aan de binnenzijde, dat wil zeggen de stadszijde, is de toren minder eenvoudig te restaureren. Vier bomen, die pal tegen de muur staan, hebben deze ernstig ontzet. De wortels hebben de zachte steen en de kalkmortel aangetast. Het grondwater van de hoger gelegen tuin achter de muur heeft ook tot de schade bijgedragen. Door de Bouwhistorische en Archeologische Dienst is een vooronderzoek ingesteld. Bij de voorgenomen restauratie van de toren zal het historisch onderzoek worden aangevuld. Hier volgen alvast de voorlopige bevindingen. Datering's-Hertogenbosch verkreeg aan het eind van de twaalfde eeuw stadsrechten. Deze rechten hielden onder andere in dat de stad verdedigingsmuren mocht aanleggen. Of men onmiddellijk van dit recht gebruik heeft gemaakt valt niet met zekerheid te zeggen. | 31 |
In 1202 noemde een monnik uit de abdij van Egmond de stad een 'munitio', wat wil zeggen: een versterking. Over de aard van deze versterking lichtte hij ons niet in. Het bouwhistorisch en archeologisch onderzoek van de afgelopen decennia wijst uit dat er in het eerste kwart van de dertiende eeuw een bakstenen muur is aangelegd, waarin op sommige plaatsen tufsteen verwerkt is. Het muurwerk van de waterpoort aan het Herman Moerkerkplein is, zo blijkt uit het onderzoek, nog grotendeels orgineel. De toren behoort hiermee tot de oudste vestingwerken van Nederland. Het archeologisch onderzoek tijdens de komende restauratie kan mogelijk een meer exacte datering opleveren.ConstructieAan de buitenzijde ziet het baksteenwerk er veel jonger dan de dertiende eeuw uit. Dit komt door de latere herstellingen van de buitenschil. Twee grote herstellingen, waarschijnlijk uit de zeventiende en uit de negentiende eeuw, zijn duidelijk waarneembaar. Het gedeelte met de grote bakstenen is echter nog grotendeels oorspronkelijk. Bij de recente restauratie is dit gedeelte met zogenaamde kloostermoppen hersteld.Aan de binnenzijde is het oude werk nog geheel aanwezig. Het metselwerk is uit de dikste bakstenen vervaardigd die we in de stad tegenkomen (steenformaten: 28,5-29,5 x 14-15 x 7,7-8,5 cm, 10 lagen = 90-92 cm). In de toren is geen tufsteen aangetroffen. Aangezien de muur een gebogen verloop heeft, is er geen sprake van een duidelijk metselverband. Wel is opvallend dat in het inwendige van de muur de bakstenen soms schuin op de richting van het muuroppervlak gelegd zijn. Ter plaatse was geen duidelijk herkenbaar zogenaamd 'kistwerk' (constructie waarbij het inwendige van de muur uit afvalsteen en puin is sa-mengesteld) aanwezig. Het metselwerk zal tijdens de restauratie nader onderzocht moeten worden. De aangrenzende murenDe aangrenzende muur aan de noordzijde is van latere datum. Dit blijkt ook uit de steen met het jaartal 1650 boven het poortje. De muur langs de gedempte Marktstroom is eveneens van jongere datum. Het bovengedeelte zelfs van ná de demping van de Dieze in de jaren zestig. Bij een archeologische proefopgraving werd het talud van de gracht langs de oorspronkelijke stadsmuur aangesneden. De muur zelf is helaas niet aangetroffen, zodat over het exacte verloop geen informatie is verkregen.De architectuurWe weten niet hoe de plattegrond en de bovenbouw van de poort eruit hebben gezien. Uit de nu nog aanwezige resten van de zuidelijke toren valt af te leiden dat er een doorstromingsopening van was. Tijdens de sloop van deze toren zijn in 1914 door J. Mosmans waarnemingen verricht en enkele foto's gemaakt. De toren is toen tot het maaiveld afgebroken. Bij de toekomstige restauratie zullen de funderingen worden onderzocht. Oude afbeeldingen van de toren zijn niet bekend. Jacob van Deventer tekende in 1545 nog twee halfronde torens met puntdak. Niet te zien is of er een overbouwing van de waterdoorlaat was. Op de kaart van Braun en Hogenberg uit 1588 is de noordelijke toren niet meer aangegeven. Wel is een overkluizing van het water weergegeven. De middenzeventiende-eeuwse kaart van J. Blaeu geeft de huidige situatie aan. Op geen van de oude kaarten staat de naastgelegen, over de Binnendieze gebouwde, regentenkamer van het Groot Ziekengasthuis.De mogelijkheden voor het weer herkenbaar maken van de zuidelijke helft van de waterpoort worden thans bekeken. Aanvullend onderzoek ten behoeve van een juiste reconstructie zal nog moeten plaatsvinden. | 32 |